Het is vakantie in Rotterdam. Het wordt adembenemend rustig in de stad. Ik moet denken aan de zomervakantie van toen ik nog kind was. Vakantie was fietsen over boerenpaadjes, met je rubberlaarzen in de modder springen, door het korenveld rennen, hutten bouwen van oude lappen, eau-de-cologne maken van rozenblaadjes, in bomen klimmen, zingen in een teil met water met de tuinslang als microfoon, vlinders tellen, zwemmen in de ‘leemkoele’, en een portemonnee aan een touwtje op de stoep leggen. Achter de heg zaten mijn broertje en ik tevergeefs te wachten op een argeloze voorbijganger. Zomervakantie was in een zee van …