Weet jij nog wanneer je voor het eerst pompoen hebt gegeten? Ik zie die dag nog voor me. Het was donderdag 30 oktober 1975. De volgende dag was het Halloween. Ik was 16 en woonde voor een jaar in een gastgezin in Amerika. Ook al ging ik gewoon naar school, het voelde als een soort tussenjaar. Elke ochtend stapte ik om half 8 in de gele schoolbus en rond een uur of 5 was ik weer thuis. Van Halloween had ik toen nog nooit gehoord, maar als je in een land bent, waar je de gewoonten nog niet kent en de taal nog niet goed spreekt, is de beste strategie: je overgeven aan het onbekende.
Op het aanrecht lag een pompoen die op een sierkalebas leek. ‘Daar ga ik een cake van bakken,’ zei Jo, de moeder van het gezin. Met grote ogen keek ik toe hoe de pompoen werd uitgehold. Het vruchtvlees werd in kleine stukjes gesneden en in een bodempje water gekookt. Het borrelende prutje rook nergens naar. Hoe kan dat nu lekker zijn, dacht ik bij mezelf. Had ik het wel goed begrepen, wordt dit niet een cake, maar een pompoenpudding?
Bij ons thuis liggen de kalabassen voor de sier in de fruitschaal. Zouden die dan ook eetbaar zijn? In het Nederlands wist ik precies hoe ik dat zou kunnen vragen, maar in het Engels kwam ik niet verder dan ‘nice, interesting’ en andere inhoudsloze kreten.
Als mijn moeder een cake bakte stonden mijn broertje en ik watertandend toe te kijken. Samen wachtend op de deegkloppers. De smaak van cake begon met het aflikken van de restjes deeg. Bij pompoencake is dat dus anders dacht ik.
Intussen werd het avondeten gekookt en kreeg ik opdracht de tafel te dekken. Tijdens het eten ging het vooral over het Halloweenfeest, de ‘trick-or-treat’, de pompoenlantaarn en al die andere dingen waar ik nog nooit van gehoord had. Ik vroeg ik me af, hoe het nou verder zou gaan met de cake. Ik had zoveel vragen in mijn hoofd, maar voordat ik die in het Engels had vertaald, ging het gesprek alweer over iets anders.
Na het eten was het tijd om huiswerk te maken. Maar vandaag niet. Ik wou meer weten over de pompoencake. Is het makkelijk te maken en hoe zou het smaken?
Hoe dan ook: ik had in ieder geval een verhaal voor mijn volgende brief, ik had iets om over naar huis te schrijven.
Vandaag – precies 45 jaar later – lag er grote knaloranje pompoen op mijn eigen aanrecht.
Het is niet moeilijk te raden wat ik daarmee ga doen!