De dag kan niet altijd beginnen met een stralende zon. Dat zou trouwens saai zijn. Voor mij begint de dag met een kopje thee en zicht op de skyline. Het zijn niet de eerste zonnestralen die ik zie, maar Rotterdamse luchten. Elke dag weer.
De lucht van Rotterdam is echt 2016. Wie met de auto de stad in rijdt, wordt gecontroleerd. Kom je vuile lucht brengen? STOP: je auto mag de stad niet in. Heb je als Rotterdammer een vervuilende auto? Dan krijg je geen parkeervergunning, maar een slooppremie. Er zijn speciale verkeersborden: vervuilende vrachtauto’s mogen het centrum niet in. En voor zeeschepen en binnenvaartschepen wordt walstroom aangelegd, weg met de zwarte rookpluimen van de dieselgenerator. De lucht moet schoon, maar waar begin je? Met de allerkortste autoritjes, natuurlijk, zoals naar je werk, kinderen naar school brengen of de supermarkt. Maar de fiets pakken, ook als het regent? De macht van de gewoonte en gemakzucht staan veranderingen in de weg.
De veelgebruiker wacht op snuifpalen die vervuilde lucht zuiveren, zoals de Smog Free Tower van uitvinder Daan Roosegaarde. Hij zette vuile lucht op de kaart. Met zijn smogtoren maak je van een park een oase van schone lucht, maar dat neemt de oorzaak van de luchtverontreiniging niet weg.
Stedenbouwkundigen in Rotterdam dromen van 40.000 bewoners per vierkante kilometer in het centrum, daar zijn wolkenkrabbers voor nodig. Die hoog, hoger en hoogst zijn. In mijn wijk komt de allerhoogste: een woontoren van 192 meter met 475 appartementen en 531 parkeerplaatsen! Ongelofelijk! En de schone lucht? Die komt er echt niet.
Boven mijn hoofd hangt een donderwolk. Buiten schijnt de zon. Ik ga naar Het Park. Mijn hoofd moet dringend gelucht worden.