De Zeeuwse zon speelt
met de Poolse buitenhuisjes op het schilderij.
Op de wand en op het doek verschijnen twee witte vlakjes.
Eentje links en eentje rechts.
Het lijken wel twee ramen.
Ik kijk en zie mijn vriendin.
Ik zwaai, ze ziet mij en ze zwaait terug.
Er komt een wolk voor de zon.
Ik ben weer in mijn eigen buitenhuis en mijn vriendin ook.